Met de Bestrijdingsmiddelenatlas creëert het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden (CML) in samenwerking met Royal Haskoning DHV al 20 jaar inzicht in de mate waarin bestrijdingsmiddelen voorkomen in het Nederlandse oppervlaktewater. De informatie in de Atlas is gebaseerd op meetgegevens van regionale waterbeheerders, Rijkswaterstaat en 3 drinkwaterbedrijven. Maarten van ’t Zelfde, onderzoeksassistent bij het CML, vertelt bevlogen over het doel en de mogelijkheden van de Atlas. En over de constructieve samenwerking met het Informatiehuis Water, dat met de jaarlijkse Landelijke Enquête Waterkwaliteit een belangrijke bijdrage levert aan het tot stand komen van de Atlas.

De Bestrijdingsmiddelenatlas geeft inzicht in tal van vragen en ontwikkelingen die van belang zijn voor een gezonde waterkwaliteit. Waar in Nederland doen zich problemen voor met bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater? Welke stoffen zijn dat dan? Is er een correlatie tussen de stoffen in het oppervlaktewater en het gebruik van het land in die omgeving? Is er sprake van verslechtering of verbetering in de loop van de tijd? Welke stof overschreed in een jaar het vaakst en hoogst de norm?

In gesprek over normoverschrijding op basis van aantoonbare feiten

Maarten: “De Bestrijdingsmiddelenatlas is er in de eerste plaats voor de waterschappen, Rijkswaterstaat en de drinkwaterbedrijven. Het is van belang dat zij een totaalbeeld hebben van de situatie van bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater in Nederland. Niet om bestraffend met het vingertje te wijzen, maar om zien welke stoffen een probleem vormen - ruimtelijk en in de tijd - en maatregelen te kunnen nemen waar die nodig zijn.”

In de Atlas zijn zowel de huidige situatie als trends en ontwikkelingen op een eenvoudige manier te raadplegen. Met kaarten is zichtbaar gemaakt welke soorten stoffen op een locatie zijn aangetroffen en met kleuren wordt aangegeven of die al dan niet normoverschrijdend zijn. Hierdoor is de correlatie soms al met één blik duidelijk. De gegevens in de Atlas gaan terug tot 1997, waardoor veranderingen en trends eenvoudig te signaleren zijn.

Bestrijdingsmiddelenatlas.nl

“We hebben een tool gemaakt waarmee een waterbeheerder kan zien welke stoffen een probleem zijn in een bepaald gebied, hoe vaak ze daar zijn aangetroffen en wanneer, of het middel door het Ctgb is toegelaten en zo ja, voor welk gewas,” vertelt Maarten. “Dankzij de regio-ingang van de Atlas is het voor waterbeheerders gemakkelijker om in gesprek te gaan met bijvoorbeeld de tuinders of agrariërs in dat gebied. De getoonde informatie is duidelijk en gebaseerd op metingen, dus onomstotelijk bewezen. Daardoor wordt een ‘welles-nietes-discussie’ voorkomen en kan worden besproken welke stoffen een probleem zijn in het gebied en in welke middelen ze voorkomen.

Ook voor het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) is de Atlas van belang. Als een bedrijf vraagt om toestemming om bepaalde middelen te gebruiken, moet het (met behulp van de Bestrijdingsmiddelenatlas) aantonen dat er geen significante overschrijdingen zijn geweest in de afgelopen periode. Daarnaast maken landelijke en lokale overheden, onderzoeksinstituten, waterbeheerders, milieuorganisaties, studenten en journalisten gebruik van de Atlas.

Maarten: “En dan is de Atlas nog een aandrijver van veel onderzoek dat bij de Universiteit Leiden plaatsvindt. Zo hebben we (CML) al 10 jaar een ‘levend lab’ in de slootjes in het Bioscience park hier om de hoek in Leiden. Daar doen we onder meer onderzoek naar het effect van bestrijdingsmiddelen op het waterleven. Uit de Atlas halen we informatie over wat bijvoorbeeld de meest problematische stoffen zijn. De inzichten die we met dit onderzoek opdoen, delen we in de vorm van artikelen en rapporten weer met de gebruikers van de Atlas zodat zij hier beter mee om kunnen gaan.”

Betrouwbare data met Landelijke Enquête Waterkwaliteit

Maarten is al vanaf het begin betrokken bij de Bestrijdingsmiddelenatlas. “In 2001 zijn we begonnen om, samen met Rijkswaterstaat, bestrijdingsmiddelen in kaart te brengen. Letterlijk, door ze op een kaart weer te geven, omdat een ruimtelijke weergave informatiever is dan lijstjes. Maar nog wel op papier. In 2003 besloten we er ook een webversie van te maken.”

De gegevens die nodig zijn om de Atlas te kunnen maken, zijn onderdeel van de Landelijke Enquête Waterkwaliteit die het Informatiehuis Water jaarlijks bij waterbeheerders uitvoert. “Elk jaar heb ik daarover nauw overleg met Paul, Hinne, Martin en Elsa,” vertelt Maarten. “We bespreken dat wat er, met betrekking tot bestrijdingsmiddelen, aan de waterbeheerders uitgevraagd gaat worden. Want de LEW is natuurlijk veel breder. Sinds enkele jaren voert het Informatiehuis Water voor ons ook een volledigheidscontrole uit, om te kijken of alle waterbeheerders de gevraagde data hebben aangeleverd en of alle meetpuntinformatie en stoffen erin zitten. Verder checkt het Informatiehuis Water of de stoffen die verwacht worden in het Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen (LM-GBM) daadwerkelijk gemeten zijn.”
Naast de waterbeheerders leveren 3 drinkwaterbedrijven data aan voor de Atlas.

Begin juni krijgt Maarten de eerste dataset van het Informatiehuis Water en voert hij een zogenaamde ‘plausibiliteitscontrole’ uit. “Daarmee controleer ik of in de juiste gebieden is gemeten en of er geen extreme of vreemde afwijkingen zijn, bijvoorbeeld van een stof is een 10.000x hogere waarde gemeten dan normaal is of er is een verkeerde eenheid gebruikt. In principe moeten de waterbeheerders dit zelf checken, maar er slipt wel eens iets door. Je wilt voorkomen dat een stof te boek komt te staan als een probleemstof doordat bijvoorbeeld de verkeerde code eraan gekoppeld is.”

Betekenis en toegevoegde waarde

Nadat alle gegevens zijn verzameld en gecontroleerd, begint de fase van analyseren. Maarten: “Dan gaan we op zoek naar trends en ontwikkelingen en onderzoeken we mogelijke correlaties met landgebruik. We laten trouwens alleen de correlaties met landgebruik zien van stoffen die door het Ctgb zijn toegelaten want de Atlas is er niet om illegaal gebruik op te sporen.”

Wat maakt dit project voor Maarten persoonlijk leuk? “Dat we met meerdere organisaties als een team in staat zijn om met het ontsluiten van data inzicht te creëren in de situatie rondom het gebruik van bestrijdingsmiddelen (of gewasbeschermingsmiddelen, zoals de boeren ze noemen) in Nederland,” zegt Maarten enthousiast. “Ik hoop natuurlijk dat we op een bepaald moment niet meer nodig zijn, dat er geen normoverschrijdingen meer zijn, maar dat zal nog wel even duren…”

Tot die tijd biedt het Bestrijdingsmiddelenatlas-team in samenwerking met het Informatiehuis Water een handvat aan betrokken partijen om dingen te verbeteren. Maarten: “De eerste 8 jaar moesten we elke waterbeheerder apart benaderen om de data op te vragen. Het was daardoor voor ons heel veel werk om al die gegevens boven tafel te krijgen. Dat het Informatiehuis Water de benodigde data nu voor ons verzamelt, scheelt ons enorm veel tijd. Voordeel nu is ook dat we dankzij het gebruik van de Aquo-standaard niet meer allemaal verschillende formaten en variabelen krijgen. Vroeger moesten we voor elke waterbeheerder een conversietabelletje maken waardoor het verwerken van de data veel meer tijd kostte.”

De Bestrijdingsmiddelenatlas zou niet kunnen bestaan als de verschillende bronhouders niet hun uitgebreide monitoringsdata zouden delen met het Informatiehuis Water en dus ook de Bestrijdingsmiddelenatlas. “De rol van het Informatiehuis Water in het tot stand komen van de Bestrijdingsatlas is heel belangrijk,” zegt Maarten. “Wij zijn geen bronhouder en beheren ook niet het resultaat van de metingen. Naast het vele voorwerk dat het Informatiehuis Water voor ons doet, kunnen wij voor het verkrijgen van individuele metingen de waterbeheerders doorverwijzen naar het Waterkwaliteitsportaal (WKP). Het Informatiehuis Water zorgt ervoor dat de data up-to-date is en gedurende langere periode beschikbaar. Daar zijn we hen dankbaar voor.”

Meer weten? Neem deel aan het BMA-webinar

Op dinsdag 28 november 2023 van 16:00-17:00 uur wordt door het CML een webinar gegeven over de nieuwste update van de Bestrijdingsmiddelenatlas. Het webinar is bijvoorbeeld interessant als je betrokken bent bij de monitoring van bestrijdingsmiddelen.

Wil je deelnemen aan dit webinar? Stuur dan een email naar bma@cml.leidenuniv.nl.

Maarten van 't Zelfde
Maarten van 't Zelfde

Maarten van ’t Zelfde werkt als onderzoeks- en onderwijsassistent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen, instituut bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen (Faculty of Science) bij de Leidse Universiteit.

Hij is expert op het gebied van GIS en databasemanagement (data controleren, behandelen, bewerken en visualiseren t.b.v. analyse) en houdt zich bezig met de opbouw en het onderhoud van de Bestrijdingsmiddelenatlas.

De Bestrijdingsmiddelenatlas komt tot stand met financiering van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met de Universiteit van Wageningen, RIVM, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en Rijkswaterstaat WVL.

Kijk voor meer informatie op: